"Een stuitligging is geen afwijking, maar een variatie in de ligging".

Aan het eind van de zwangerschap liggen de meeste kindjes met hun hoofd naar beneden (een hoofdligging).Slechts 4% ligt met het hoofdje omhoog, een stuitligging. Een kindje in stuitligging wordt vaker geboren met een keizersnede, dan bij een hoofdligging. Daarom kun je kiezen voor een uitwendige versiepoging, als je kind rondom 36 weken (nog) met het hoofdje boven ligt. 

Bij een uitwendige versiepoging nodig ik je kind uit met het hoofd naar beneden te gaan liggen. Je kind zal zelf dan de uiteindelijke draai maken, voorover of achterover. Ik kan hierbij niets forceren. Een uitwendige versie is veilig, er treden zelden tot nooit problemen op tijdens de versie. Het is zeker de moeite waard om je kind de draai te laten maken, omdat dit de meest veilige positie is om geboren te worden. 

 

Soms lukt de versie direct tijdens de eerste afspraak, maar af en toe is een tweede afspraak nodig  met een extra paar handen én of met medicatie om je baarmoederspier te ontspannen. Maar soms lukt de versiepoging gewoon niet.

Het slagingspercentage bij een eerste zwangerschap is wat lager dan bij een vervolgzwangerschap. Het gemiddelde slagingspercentage in Nederland is 35% bij eerste voldragen zwangerschappen en 65% bij vervolg zwangerschappen. Mijn slagingspercentage is gemiddeld meer dan 60%.

Voor meer informatie over de uitwendige versie en stuitbevalling in woord en beeld kijk ook op: www.stuitinwest.nl.